overbiede

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·bie·de

Werkwoord

vervoeging van
overbieden

overbiede

  1. aanvoegende wijs van overbieden
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
overbieden

overbiede

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van overbieden
    • ... dat men overbiede.