otoliet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

otoliet
Uitspraak
Woordafbreking
  • oto·liet
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Grieks
enkelvoud meervoud
naamwoord otoliet otolieten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de otolietm

  1. (anatomie) een structuur in het binnenoor van gewervelden en een rolspelen in het waarnemen van geluid, versnelling en zwaartekracht
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

22 % van de Nederlanders;
19 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be