organiseerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·ga·ni·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
organiseren

organiseerden

  1. meervoud verleden tijd van organiseren
    • Wij organiseerden. 
    • Jullie organiseerden. 
    • Zij organiseerden.