orderpicker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·der·pic·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord orderpicker orderpickers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de orderpickerm

  1. (beroep) persoon die artikelen van een bestelling verzamelt in een distributiecentrum om ze klaar te maken voor verzending
     De Duitse webshop Zalando kwam in 2014 ook onder vuur te liggen vanwege de arbeidsomstandigheden binnen het bedrijf. Een journalist van televisiezender RTL ging voor een documentaire undercover om te werken als orderpicker. Ze liep op een werkdag van acht uur soms 27 kilometer door het distributiecentrum.[2]
     Hij stuurde daar de orderpickers aan, mensen die in de distributiecentra alle producten verzamelen.[3]
  2. (techniek) machine die artikelen van een bestelling verzamelt in een distributiecentrum om ze klaar te maken voor verzending
     Bij Colruyt Group wil men zo veel mogelijk zaken zelf doen, omdat zij vinden dat dit betekent dat je meer controle hebt en kostenefficiënter bent. Centrale voorraden en efficiënte distributie helpen hierbij, maar ook automatisering speelt een grote rol. In 2004 werd er bijvoorbeeld een volledig automatische orderpicker geïnstalleerd voor groenten en fruit in een van de distributiecentra.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. orderpicker op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Undercover bij Amazon: uitgeput personeel slaapt op de werkvloer” (26-11-2017), NOS
  3. Bronlink Weblink bron
    Danny van Zeggelaar
    “De schaduwkant van online shoppen: 's nachts bikkelen in sorteercentrum” (28-04-2018), NOS
  4. Bronlink Weblink bron “Colruyt Group” (geraadpleegd 22-8-2021), Wikipedia