opgetuigd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·ge·tuigd
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van: | optuigen… |
verbogen vorm: | opgetuigde |
opgetuigd
- voltooid deelwoord van optuigen
vervoeging van: | optuigen… |
verbogen vorm: | opgetuigde |
opgetuigd