onvergetelijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ver·ge·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onvergetelijk onvergetelijker onvergetelijkst
verbogen onvergetelijke onvergetelijkere onvergetelijkste
partitief onvergetelijks onvergetelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

onvergetelijk

  1. niet kunnen vergeten, heuglijk, gedenkwaardig
    • Het verjaardagsfeest was een onvergetelijke ervaring voor de jarige. 
    • Maar vooral actrice Olivia Colman is onvergetelijk als de zon waaromheen dit universum draait. [1] 
     Het was namelijk de eerste keer dat ze had gezien hoe een jongen zich zo totaal gewonnen gaf in een discussie. En zoiets was natuurlijk onvergetelijk.[2]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Volkskrant Floortje Smit 2 januari 2019 The Favourite is verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch (vijf sterren)
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be