onverdraaglijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ver·draag·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onverdraaglijk onverdraaglijker onverdraaglijkst
verbogen onverdraaglijke onverdraaglijkere onverdraaglijkste
partitief onverdraaglijks onverdraaglijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

onverdraaglijk

  1. niet te verdragen; iets wat zo erg is dat men het niet kan accepteren
     De Fransen, die onverdraaglijk hooghartige kwasten, hadden gekregen wat ze verdienden.[1]
     De gedachte dat deze triviale etiquettekwestie de dood van achttien mensen had veroorzaakt, was onverdraaglijk geweest. Maar dat was dus niet zo.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. 1,0 1,1
    Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be