ontkleding
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontkleding (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·kle·ding
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van ontkleden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontkleding | ontkledingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ontkleding v
- het (zichzelf / een ander) ontdoen van kleding
- het zonder kleren zijn
Gangbaarheid
- Het woord ontkleding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.