onderkoningin

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·ko·nin·gin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderkoningin onderkoninginnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de onderkoninginv

  1. (beroep) vicepresidente van de Raad van State
     Dan de rol die de Raad van State, met name de vicepresident ervan, volgens de Grondwet kan spelen als waarnemer van het koninklijk gezag in geval "de koning niet in staat is dat langer uit te oefenen of tijdelijk heeft neergelegd". Zoiets is alleen in zeer uitzonderlijke gevallen aan de orde. In 2013 benoemde het parlement koningin Máxima bovendien als regentes - een soort onderkoningin.[1]
  2. machtige vrouw
  3. vrouw van de onderkoning

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron
    Piet van Asseldonk
    “De koning kan ook wel zonder 'onderkoning'” (Zaterdag 26 mei 2018, 06:45), NOS