oncogeen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·co·geen
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Grieks [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oncogeen | oncogener | oncogeenst |
verbogen | oncogene | oncogenere | oncogeenste |
partitief | oncogeens | oncogeners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
oncogeen
- (medisch) kanker veroorzakend, kanker verwekkend
Synoniemen
Vertalingen
1. kanker veroorzakend, kanker verwekkend
Gangbaarheid
- Het woord 'oncogeen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oncogeen" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ oncogeen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be