onbewogenheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·wo·gen·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onbewogenheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de onbewogenheidv

  1. de mate waarin men niet emotionele betrokken is
     Er bestond voor hem maar één fase in deze overgang van onbewogenheid tot inspiratie, waarin hij in staat was te werken.[1]
     Om dezelfde reden maakt ook de verontwaardiging in de internationale gemeenschap weinig indruk op Netanyahu. Ondanks de Israëlische onbewogenheid proberen onder meer Egypte en de Verenigde Naties om het conflict te deëscaleren.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Anna Karenina” op Wikipedia (1877), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028276062
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2022 Weblink bron “Begint Israël een grondoorlog in Gaza? 'Ze hebben ook veel te verliezen'” (15-05-2021), NOS