onbespoten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onbespoten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·be·spo·ten
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbespoten | onbespotener | onbespotenst |
verbogen | onbespotenste | ||
partitief | onbespotens | onbespoteners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onbespoten
- van van landbouw producten dat er geen gif gebruikt is bij het verbouwen
- Ernstiger wordt het als zwakzinnige kwakzalvers zich op hun cv voor dokter gaan uitgeven. Meestal noemt dit soort druïdes zichzelf natuurarts. En het is helemaal eng als ze ook nog een kankerkliniek beginnen en allerlei radeloze, ter dood veroordeelde strohalmpatiënten gaan genezen. Of ik de patiënten snap? Ja! En zolang zo’n idioot een kilo onbespoten salieblaadjes op de gekwetste buik van zijn patiënt legt heb ik er niet zoveel moeite mee, maar als hij ingestraald bleekwater door hun aderen laat jakkeren… Dan ga ik steigeren. Deze week werd bekend dat de Duitse charlatan Klaus Ross drie wanhopige zielen de dood in heeft gejaagd met zijn linksdraaiende vlierbloesemsiroopinfusen. [1]
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord onbespoten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbespoten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Youp van ’t Hek 5 augustus 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be