omtoverde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·to·ver·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omtoveren |
omtoverde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omtoveren
- ... dat ik omtoverde.
- ... dat jij omtoverde.
- ... dat hij, zij, het omtoverde.
- ... dat ik omtoverde.