omrit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·rit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omrit | omritten |
verkleinwoord | omritje | omritjes |
Zelfstandig naamwoord
de omrit m
- een tochtje dat ergens omheen gaat
- een tochtje dat via een omweg gaat
Gangbaarheid
- Het woord 'omrit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omrit" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be