oftalmie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- of·tal·mie
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oftalmie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oftalmie v
- (medisch) pijn aan het oog; oogontsteking
- ▸ Allereerst leefde Leopardi niet lang: hij werd 38. Daarbij ging hij gebukt onder een catalogus aan aandoeningen: een vergroeide rug, een misvormd lichaam, neurasthenie en oftalmie, psoriasis, chronische tuberculose en diabetes.[2]
Synoniemen
Vertalingen
1. pijn aan het oog; oogontsteking
Gangbaarheid
- Het woord oftalmie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oftalmie" herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ oftalmie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “De ultieme pijnstiller” (28 december 2013), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be