oesterkweker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oes·ter·kwe·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oester en kweker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oesterkweker | oesterkwekers |
verkleinwoord | oesterkwekertje | oesterkwekertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) iemand die zijn brood verdient met de kweek van oesters
- Yerseke staat bekend om zijn oesterkwekers.
Gangbaarheid
- Het woord 'oesterkweker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.