ochtends
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- och·tends
Zelfstandig naamwoord
ochtends
- genitief van ochtend, in de ochtend
- "De zomerwei, des ochtends vroeg ..." is een boek van Vasalis.
- ▸ Ik zette er flink de pas in en na een tijdje begon ik bijna te rennen want ik kon de hamburgers al ruiken! ’s Ochtends om tien over negen viel ik het beroemde café binnen en zette met een zucht mijn rugzak op de grond.[1]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'ochtends' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers