nibling

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
nibling niblings

Zelfstandig naamwoord

nibling

  1. (familie) hyperoniem voor neef en nicht (een kind van iemands broer of zus)
    «My two niblings live in Germany.»
    Mijn twee neven leven in Duitsland./Mijn twee nichten leven in Duitsland./Mijn neef en nicht leven in Duitsland.
Hyponiemen