neurolepticum
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- neu·ro·lep·ti·cum
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van ?? met het voorvoegsel neuro-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neurolepticum | neuroleptica |
verkleinwoord | neurolepticumpje | neurolepticumpjes |
Zelfstandig naamwoord
het neurolepticum o
- (medisch) verouderde naam voor een middel gebruikt bij geestesziekte
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. middel gebruikt bij geestesziekte
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord neurolepticum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.