narre
Middelnederlands
Uitspraak
- IPA: /nɑrə/
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zot’ voor het eerst aangetroffen in 1432. [1]
- Ontleend aan Middelhoogduits narre “zot, dwaas” (modern Duits Narr). [2]
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) zot, dwaas
- ▸ Goden, isser oock yet gheluckighers dan die aerdt der menschen diemen int ghemeyne, so ick meyne met seer schoone namen, Gecken, Sotten, Dwasen, ende Narren noemt?[5]
- Vertaling ontbreekt, voeg deze alstublieft toe.
Verwijzingen
- ↑ "narre" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ narre op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Desiderius Erasmus“Dat constelijck ende costelijck Boecxken, Moriae Encomion: Dat is, een Lof der Sotheyt”, Johan Geillyaert (vertaler) (1560), Willem Geillyaert, Embden, fol. 54v op dbnl.org
Frans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
narrer |
narre
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van narrer
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van narrer
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van narrer
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
narrar |
narre
Categorieën:
- Woorden in het Middelnederlands
- Woorden in het Middelnederlands van lengte 5
- Woorden in het Middelnederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Middelnederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woorden met citaten zonder vertaling
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 5
- Werkwoordsvorm in het Frans
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 5
- Werkwoordsvorm in het Spaans