naai vast

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • naai vast
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vastnaaien

naai (...) vast

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastnaaien
    • Ik naai vast. 
  2. gebiedende wijs van vastnaaien
    • Naai vast! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastnaaien
    • Naai je vast? 

Gangbaarheid