mooizit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mooi·zit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mooizitten |
mooizit
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mooizitten
- ... dat ik mooizit.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mooizitten
- ... dat jij mooizit.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mooizitten
- ... dat hij mooizit.