monteerbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: monteerbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mon·teer·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van monteren met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | monteerbaar | monteerbaarder | monteerbaarst |
verbogen | monteerbare | monteerbaardere | monteerbaarste |
partitief | monteerbaars | monteerbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
monteerbaar
- te maken uit losse onderdelen
- De stekker ter plekke monteerbaar.
Gangbaarheid
- Het woord monteerbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.