monofaag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mo·no·faag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monofaag | monofagen |
verkleinwoord | monofaagje | monofaagjes |
Zelfstandig naamwoord
de monofaag m
- (biologie) organisme dat een enkele soort of groep andere organismen belaagt
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'monofaag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.