modulen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·du·len

Zelfstandig naamwoord

de modulenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord module
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord moduul
Synoniemen


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
modular

modulen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van modular
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van modular