mitrailleert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·trail·leert

Werkwoord

vervoeging van
mitrailleren

mitrailleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mitrailleren
    • Jij mitrailleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mitrailleren
    • Hij mitrailleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mitrailleren
    • Mitrailleert!