mitrailleert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mi·trail·leert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mitrailleren |
mitrailleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mitrailleren
- Jij mitrailleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mitrailleren
- Hij mitrailleert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mitrailleren
- Mitrailleert!