misleid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·leid
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van misleiden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
misleiden

misleid

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misleiden
    • Ik misleid. 
  2. gebiedende wijs van misleiden
    • Misleid! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misleiden
    • Misleid je? 
vervoeging van: misleiden…
verbogen vorm: misleide

misleid

  1. voltooid deelwoord van misleiden
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen misleid misleider misleidst
verbogen misleide misleidere misleidste
partitief misleids misleiders -

Bijvoeglijk naamwoord

misleid

  1. van een persoon dat hij is voorgelogen


Gangbaarheid