miskent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·kent

Werkwoord

vervoeging van
miskennen

miskent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van miskennen
    • Jij miskent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van miskennen
    • Hij miskent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van miskennen
    • Miskent!