mishandelden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mis·han·del·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mishandelen |
mishandelden
- meervoud verleden tijd van mishandelen
- Wij mishandelden.
- Jullie mishandelden.
- Zij mishandelden.
- Wij mishandelden.
vervoeging van |
---|
mishandelen |
mishandelden