minimumstraf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·ni·mum·straf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord minimumstraf minimumstraffen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de minimumstrafv / m

  1. (juridisch) de laagst mogelijk straf die een rechter mag opleggen bij een bepaalde misdaad
     Quispel wilde er een minimumstraf uitslepen, Albert eiste de straf die ervoor stond.[1]
     Begin deze maand maakte de FA bekend dat het de minimumstraf op racistisch gedrag verhoogt. Wie zich hier de eerste keer schuldig aan maakt krijgt meteen een stadionverbod voor zes wedstrijden opgelegd.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023479925
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 maart 2022 Weblink bron “Accounts topvoetballers Groot-Brittannië gecontroleerd om grootschalig racisme” (22-08-2019), NOS