menageert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- me·na·geert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
menageren |
menageert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van menageren
- Jij menageert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van menageren
- Hij menageert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van menageren
- Menageert!
Gangbaarheid
- Het woord menageert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.