melasse

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·las·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘suikerhoudende massa’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1704 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord melasse melasses
melassen
verkleinwoord -

Zelfstandig naamwoord

de melassev / m

  1. (voeding) een restproduct bij de suikerproductie
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen