meitak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mei·tak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meitak meitakken
verkleinwoord meitakje meitakjes

Zelfstandig naamwoord

de meitakm

  1. bloeiende tak van de meidoorn
    • Hangt de haan dit jaar weer drie dagen in de vlaggenmast op Schiermonnikoog? Of wordt er tijdens de Pinksterdagen een nephaan omhoog gehesen? Dierenbescherming Friesland en Stichting Dierenbewustleven pleiten voor dat laatste, maar de organisatie houdt voet bij stuk. De levende haan is het hoogtepunt van het meifeest Kallemooi: bewoners vieren de vruchtbaarheid van het voorjaar. Traditiegetrouw wordt het dier tijdens het Pinksterweekend in een mand gestopt en omhoog gehesen in een mast versierd met een meitak. Op 20 meter zit hij daar drie dagen lang. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

71 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen