medicijnvakantie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- me·di·cijn·va·kan·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van medicijn zn en vakantie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | medicijnvakantie | medicijnvakanties |
verkleinwoord | medicijnvakantietje | medicijnvakantietjes |
Zelfstandig naamwoord
de medicijnvakantie v
- periode dat men tijdelijk geen medicatie hoeft in te namen
- ▸ Een z.g. Drug Holiday (ook wel een medicijn-vakantie genoemd) is de naam voor een periode waarin je met het nemen van je medicijnen stopt. Daarbij is een voorwaarde dat de duur van de “holiday” langer is dan het effect dat ontstaat bij stoppen met de medicijnen. Dat betekent dat als iemand met pramipexol stopt, en in eerste instantie de onttrekkingsverschijnselen krijgt, de “holiday” nog moet voortduren wanneer die verschijnselen niet langer optreden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord medicijnvakantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Simone Van Andel“Drug Holiday – Wat is het en wat kun je verwachten?” (jun 21, 2023)