masturbeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: masturbeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mas·tur·beer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
masturberen |
masturbeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van masturberen
- Ik masturbeer.
- gebiedende wijs van masturberen
- Masturbeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van masturberen
- Masturbeer je?