masseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mas·seert

Werkwoord

vervoeging van
masseren

masseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van masseren
    • Jij masseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van masseren
    • Hij masseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van masseren
    • Masseert!