mansmaker
Nederlands
Woordafbreking
- mans·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mansmaker | mansmakers |
verkleinwoord | mansmakertje | mansmakertjes |
Zelfstandig naamwoord
de mansmaker m
- iemand die na een muzikale voorstelling rondgaat met de mans
- Er moest ook nog een foto worden genomen met een mansmaker ervoor en daar werd ik voor gekozen.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'mansmaker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Mijn vaders dagboek, Blogger.com