mannacicade
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mannacicade (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- man·na·ci·ca·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van manna zn en cicade zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mannacicade | mannacicades |
verkleinwoord | mannacicadetje | mannacicadetjes |
Zelfstandig naamwoord
de mannacicade v
- (halfvleugeligen) Cicada orni een insect dat behoort tot de cicaden (Auchenorrhyncha) en de familie Cicadidae
Hyperoniemen
- zangcicaden, zingcicadeachtigen, cicaden, halfvleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'mannacicade' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.