maisoogst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mais·oogst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mais zn en oogst zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maisoogst | maisoogsten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de maisoogst m
- de oogst van mais
- De maisoogst is weer in volle gang. Maïs is een van de belangrijkste producten van de landbouw in Overijssel en Gelderland. Het snijmais, want daar gaat het om, is superfood voor de koe. Waar die ‘vroeger’ het vooral van gras moest hebben, is mais een steeds belangrijker ingrediënt geworden voor de melkproductie. Die opmars vindt sinds het begin van de jaren vijftig plaats.[1]
- Politie, justitie en boerenbond werken in Limburg al jaren samen in het als succesvol omschreven hennepbestrijdingsproject. Want criminelen bleken na de eeuwwisseling steeds vaker stukken maisakker te kraken: hennepplanten stiekem tussen de manshoge maïs laten meegroeien en ze net voor de maisoogst oogsten.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord maisoogst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.