macamba

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·cam·ba
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Antiliaans - Nederlands [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord macamba macamba's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de macambav / m

  1. (pejoratief) blanke, vreemdeling, Nederlander op de Caraïbische eilanden
     Voor de mensen daar was ik de zoveelste macamba (vreemdeling -red.) die voorbijkwam. De vorigen hadden er niet veel van terechtgebracht, dus waarom zouden ze mij wel vertrouwen.[2]
     Jacob Gelt Dekker, Curaçao-kenner en eigenaar van het majestueuze hotel Kura Hulanda in Willemstad, noemt Wiels in HP/De Tijd een ‘zwarte racist’. “Wiels vindt dat alle blanken van het eiland moeten worden geslagen.” Wiels ontkent dat. “Ik heb macamba’s (blanke Nederlanders – red.) onder mijn beste vrienden.[3]
     De schuld van Macamba (19 nov. 1995) - over de slechte sociaaleconomische omstandigheden van Caraïbische Nederlanders.[4]
Synoniemen
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. macamba op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Almeloër maakt succes van speciaal onderwijs op Bonaire” (05-01-2018), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Geschreven door:Boudewijn Geels
    “‘Joden mogen blijven klagen over de Holocaust, waarom wij dan niet over de slavernij?’” (11/01/2010), HP de Tijd
  4. Bronlink Weblink bron “Vreemd Land” (geraadpleegd 11 juli 2021), Wikipedia