maakten zwart
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maakten zwart (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmaktə(n) ˈzwɑrt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- maak·ten zwart
Woordherkomst en -opbouw
- uit maakten (werkwoord) en zwart (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwartmaken |
maakten (…) zwart
- meervoud verleden tijd van zwartmaken
- Wij maakten zwart.
- Jullie maakten zwart.
- Zij maakten zwart.
- Wij maakten zwart.
Gangbaarheid
- Het woord maakten zwart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.