lots

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

lots mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lot
    «They cast lots to decide it.»
    Zij lootten erom.

Zelfstandig naamwoord

lots

  1. heleboel
    «He has lots of money.»
    Hij heeft een heleboel geld.


Bijwoord

lots

  1. erg, zeer
    «She cared lots about her cats.»
    Zij hield erg van haar katten.