loopt trappen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loopt trap·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
trappenlopen

loopt (...) trappen

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trappenlopen
    • Jij loopt trappen. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trappenlopen
    • Hij loopt trappen. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van trappenlopen
    • Loopt trappen! 

Gangbaarheid