loopt trappen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- loopt trap·pen
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
trappenlopen |
loopt (...) trappen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trappenlopen
- Jij loopt trappen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trappenlopen
- Hij loopt trappen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van trappenlopen
- Loopt trappen!
Gangbaarheid
- Het woord 'loopt trappen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.