loop omver

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loop om·ver
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omverlopen

loop omver

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omverlopen
    • Ik loop omver. 
  2. gebiedende wijs van omverlopen
    • Loop omver! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omverlopen
    • Loop je omver? 


Gangbaarheid