longshot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • long·shot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord longshot longshots
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de longshotm

  1. een wilde gok die maar een kleine kans heeft om uit te komen
     ,,De ochtendsessie was niettemin veelbelovend’’, vond Horner, die ‘s middags echter met twee coureurs te maken had die wat klaagden over de afstellingen. ,,Een zege voor ons? Een longshot. De overwinning zondag is ver weg. Lewis Hamilton is te snel", zo vertelt Horner.[2]
     De kans dat de 19-jarige Nederlander meteen weer de wereld verbaast en hier in Australië de eerste afspraak wint? Die is klein. ,,Heel klein, denkt Christian Horner zelfs. ,,Een longshot.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. longshot op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron
    Arjan Schouten
    “Verstappen: We staan nu wel waar we dachten dat we zouden staan” (24-03-2017), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Arjan Schouten
    “Meteen zege voor Max? 'Die kans is klein'” (25-03-2017), Tubantia