longcovidpatiënt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: longcovidpatiënt (hulp, bestand)
- IPA: / lɔŋˈkovɪtpaˌʃɛnt / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- long·co·vid·pa·ti·ent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van longcovid zn en patiënt zn , aan elkaar geschreven volgens spellingregel 12.A
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | longcovidpatiënt | longcovidpatiënten |
verkleinwoord | longcovidpatiëntje | longcovidpatiëntjes |
Zelfstandig naamwoord
de longcovidpatiënt m
- (medisch) persoon met langdurige gezondheidsklachten na een coronabesmetting
- ▸ Sinds deze zomer kunnen longcovidpatiënten een beroep doen op een gepersonaliseerd zorgtraject, waarbij de huisarts en andere betrokken zorgverleners een behandelplan opstellen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'longcovidpatiënt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Nieuw op 1 december: vervallen maaltijdcheques kunnen opnieuw geactiveerd worden en meer steun voor longcovidpatiënten” (01 december 2022)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 16
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal