lensband
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lens·band
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lens en band [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lensband | lensbanden |
verkleinwoord | lensbandje | lensbandjes |
Zelfstandig naamwoord
de lensband m
Gangbaarheid
- Het woord 'lensband' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.