lasbrander

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • las·bran·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lasbrander lasbranders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lasbranderm

  1. brander met een vlam van zeer hoge temperatuur die men gebruikt bij het lassen
     Bij Dam kan alles een keukenattribuut worden, van strijkbout, lasbrander en trompet tot zandbakvormpjes en waslijn. Wie hem ermee heeft zien spelen, kan amper geloven dat de Gerookte Spinaziesalade die na afloop op het bord ligt echt eetbaar is.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 7 maart 2024 Weblink bron “Circus met eten op nieuw festival KRANG in Hengelo” (19-05-2017), Tubantia