lambriseert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lambriseert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- lam·bri·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
lambriseren |
lambriseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lambriseren
- Jij lambriseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lambriseren
- Hij lambriseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van lambriseren
- Lambriseert!