laadklep
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- laad·klep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van laad en klep [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laadklep | laadkleppen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een klep die de laadruimte van een schip of vrachtwagen afsluit maar in neergeklapte toestand kan dienen voor het laden en lossen van de vracht
- Dan parkeert op de hoek van de straat een zwart busje. Een aantal mannen in donker pak springt uit de auto en begint druk in walkietalkies te praten. De laadklep gaat open en er wordt heel voorzichtig een gemotoriseerde rolstoel uitgeladen. Een man zit bewegingsloos in de stoel. Ik herken onmiddellijk het silhouet van de beroemdste wetenschapper van onze tijd. Stephen Hawking is ook in town. [2]
- (pejoratief) mond
Gangbaarheid
- Het woord laadklep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "laadklep" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Pia de Jong 26 april 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be